De dovenetel lijkt enorm op de brandnetel, groeit op dezelfde plekken en heeft veel verschillende soorten. Hoe je de dovenetel herkent en gebruikt, lees je hier!

De dovenetel herkennen
Op de afbeelding hiernaast zie je de gele dovenetel. Een look-a-like van de brandnetel, maar toch heel anders. Zo heeft de dovenetel bloemetjes die onder het blad groeien, in de bladoksel. De bloemetjes zijn lichtgeel en hebben de vorm van zogenaamde lipbloemen. De bloemen zijn vaak zoet van smaak en kun je uitzuigen: probeer het maar eens!
Het blad is groen en gekarteld, met bovenop een wittige waas. Nog een groot verschil met de brandnetel: deze blaadjes prikken niet! De steel van de dovenetel is hol en er groeien kleine, gekartelde bolletjes aan. De dovenetel is vooral te vinden op dezelfde plekken als brandnetels (om het lekker verwarrend te maken): namelijk in bermen, weilanden en langs bossen.
De dovenetel gebruiken
De bloemetjes van de dovenetel zijn zoals eerder benoemd heerlijk zoet. Ideaal voor bij een dessert dus. Ook kun je de bloemen en bladeren gebruiken voor in een groentegerecht, salade of theemelange. In de herfst zijn de wortels ook te gebruiken, bijvoorbeeld in soepen en salades.
De geneeskracht van de dovenetel
De dovenetel heeft een ontstekingsremmende werking en werkt slijmoplossend. Je kunt de dovenetel inzetten bij koorts of bijvoorbeeld als bloedzuiverend middel. Uitwendig is de dovenetel als omslag te gebruiken bij jeuk, spataderen en zwellingen.